“Als mens kan ik me je meevoelen, maar in mijn rol als directeur wil ik je erop wijzen dat…” Dit vervelende zinnetje heb ik vaak gebruikt in mijn gesprekken met medewerkers. Waarom eigenlijk?
Voor een leider is het niet nodig om met petten en rollen te werken. Leiding geven is niet zo ingewikkeld. Tenminste, als je bereid bent om minder naar de stem van jouw interne criticaster te luisteren en openstaat voor een dienende manier van leidinggeven.
De stem van de criticaster
De stem van de criticaster is normatief en angstig. Niet dat hij angstig overkomt; hij lijkt het juist allemaal heel goed te weten. Daarom permitteert de leidinggevende, die naar deze stem luistert, zich om te oordelen en met verwijten te komen. Niet alleen naar hemzelf, maar ook naar de mensen die voor hem werken. De criticaster is namelijk extreem angstig voor fouten.
Hij geeft zelden complimenten. Hij weet altijd hoe het beter moet. Een criticaster heeft weinig oog voor mensen. Zijn focus is gericht op targets en het behalen van meetbare doelen.
Wantrouwen in plaats van vertrouwen
De criticaster bouwt zijn autoriteit op wantrouwen. Hij controleert iedereen en wil altijd in control zijn. De criticaster delegeert niet, hij geeft opdrachten. En als die opdrachten niet op zijn manier worden uitgevoerd dan is de kritiek niet van de lucht.
Een criticaster is streng voor de mensen aan wie hij leiding geeft én hij is vaak streng voor zichzelf. Deze leidinggevende denkt dat dit goed is, omdat dit de innerlijke stem is waar hij naar luistert. Hij gelooft dat hij duidelijk is, omdat hij eisen stelt aan de vaardigheden en het gedrag van de medewerkers.
Toch weet de criticaster dat er meer is. Maar dat wat er meer is, is niet voor op het werk. Zingeving is een begrip waar hij nog wel bij kan, maar spiritualiteit en liefde (geven om elkaar) is echt iets voor thuis. Daar praat je niet over op het werk. Op het werk word je betaald voor de prestaties die je levert, en al dat ‘softe’ gedoe draagt daar zeker niet aan bij.
Richting geven in plaats van doelen stellen
Een dienende of coachende leider geeft richting. De richting is gebaseerd op gemeenschappelijke waarden. Binnen deze waarden geeft hij zichzelf en zijn medewerkers ruimte om zich te ontwikkelen.
Hij is niet angstig dat hij hierdoor de controle verliest. Integendeel, hij vertrouwt erop dat zijn medewerkers binnen de uitgezette koers precies doen wat nodig is. Sterker nog, zijn medewerkers doen meer dan strikt noodzakelijk is. Een echte leider geeft zijn medewerkers dan ook credit voor wat zij doen. Hij beschouwt zijn team als echte professionals.
Uitgaande van de ‘logische niveaus van Bateson en Dilts’ baseert hij zijn stijl van leidinggeven op inspiratie, identiteit en intenties (missie, identiteit en overtuigingen).
Een dienende leider geeft om zijn medewerkers
En ook deze leider kan streng zijn. Niet om met een medewerker af te rekenen, maar om de medewerker te stimuleren om meer uit zichzelf te halen. Deze leider geeft om de mensen aan wie hij leiding geeft.
Voor hem is er een duidelijke verbinding tussen wie hij is zijn manier van leidinggeven. Daarom is het niet nodig dat hij werkt met petten en rollen, hij is gewoon wie hij is: authentiek en transparant.
Daarom: petje af voor de authentieke leider!